Indien je als aanbesteder een offerte ontvangt met een prijsblad waarin één of meerder invulvelden niet zijn ingevuld: is er dan een nul ingevuld of niks? Het gebeurt met enige regelmaat dat leveranciers bepaalde onderdelen van het prijzenblad niet invullen. Hetgeen dat de aanbesteder bij dat specifieke – niet ingevulde – onderdeel beprijsd zou willen zien, zit volgens het verdienmodel van de leverancier namelijk al in een ander onderdeel verwerkt op het prijsblad. Echter, uit een recente uitspraak van Rechtbank Rotterdam blijkt dat hier nauwkeurig mee moet worden omgegaan. Er bestaat wel degelijk een verschil tussen nul en niks.
Gebrekkige inschrijving?
In deze casus was de gemeente Dordrecht een aanbestedingsprocedure gestart voor de herontwikkeling van een woongebied voor maximaal 2.500 woningen. De Aanbestedingsleidraad bepaalde dat inschrijvers een volledig ingevuld en rechtsgeldig ondertekend prijzenblad moesten indienen. Indien daaraan niet werd voldaan, werd de inschrijving terzijde gelegd en kwam de inschrijver niet in aanmerking voor de gunning. De hoogst geëindigde partij had niet het volledige prijzenblad ingevuld. Hierop had de gemeente ruimte voor herstel geboden door middel van het stellen van verificatievragen. Als antwoord hierop bleek dat deze kosten niet in rekening werden gebracht. De als tweede geëindigde partij startte als reactie een kort geding met als argument dat de gegunde partij een gebrekkige inschrijving heeft gedaan door een prijzenblad in te dienen met daarin oningevulde velden.
Geen mogelijkheid voor verificatie volgens de rechter
Door de voorzieningenrechter werd vastgesteld dat de hoogt geëindigde partij had nagelaten om een volledig ingevuld prijzenblad in te dienen op het moment van inschrijving. Het stellen van verificatievragen hierop door de aanbesteder kan niet gezien worden als (normaliter toegestane) eenvoudige precisering of een verduidelijking. In dit geval kon geen herstelmogelijkheid geboden worden, aangezien de gemeente zelf bepaald had dat het prijzenblad op straffe van uitsluiting volledig ingevuld moest worden op het moment van indienen. Hierdoor is de gemeente afgestapt van haar eigen voorschriften in de aanbestedingsstukken, waarbij een ontoelaatbare ruimere uitleg is geaccepteerd. Immers, in casu was geen verificatie mogelijk. Het bieden van een herstelmogelijkheid zou namelijk lijnrecht tegenover één van de belangrijkste beginselen van aanbesteden staan: doen wat je zegt dat je gaat doen. De rechter oordeelde dan ook dat de gunning moest worden ingetrokken.
In de praktijk
Uit deze uitspraak blijkt dus dat oningevulde velden niet per definitie mogen worden begrepen als inschrijving tegen een nul-tarief. Indien de inschrijving niet voldoet aan de eisen, dient eerst gekeken te worden of verificatie mogelijk is. Uit het Manova-arrest volgt dat een dergelijke mogelijkheid er niet is als volgens de aanbestedingsstukken de ontbrekende informatie op straffe van uitsluiting verstrekt had moeten worden. Zelfs bij verificatie moet je erop bedacht zijn dat bij een dergelijke verificatie de inschrijver de meest gunstige invulling aan de oningevulde velden kan geven. Dat doet meteen de vraag reizen of er in zo’n geval wel sprake is van het bieden van een mogelijkheid tot eenvoudig herstel. Desalniettemin is het onnodig om herstel van kleine omissies rigoureus uit te sluiten met een ondubbelzinnige uitsluitingsbepaling zoals in deze zaak het geval was.
Hoe te voorkomen?
Ook in dit geval is volgens ons ‘voorkomen beter dan genezen’. Oog voor de verdienmodellen van potentieel geïnteresseerde leveranciers is een must. Beschik je als aanbesteder niet over die informatie, dan biedt het aanbestedingsrecht genoeg mogelijkheden om die informatie in te winnen. Denk hierbij aan onuitputtelijke bron van informatie die de markt biedt. Is direct contact met de markt wat spannend? Met het juiste advies kunnen aanbesteders kiezen voor de beste vorm van onderzoek of consultatie van de markt. Alleen met de juiste relevante kennis en goede communicatie worden volgens ons onwelgevallige uitkomsten voorkomen.