Een inschrijving waarin gebruik wordt gemaakt van onderaannemers: wanneer moet er door de onderaannemer een UEA worden ingediend en wanneer niet? Dat is een vraag waarbij menig inkoper zich achter de oren krabt. Het verschil hiertussen zit ‘m in de manier waarop de onderaannemer wordt ingezet: wordt onderaannemer gebruikt door de inschrijver om aan de geschiktheidseisen te kunnen voldoen of maakt de inschrijver slechts gebruik van de onderaannemer voor het uitvoeren van de opdracht? Dat het op nog meer vlakken belangrijk is om dit onderscheid goed te maken blijkt wel uit een recente uitspraak van rechtbank Noord-Holland.
Minimumeis of uitvoeringseis?
Een waterschap had een Europese aanbesteding uitgeschreven voor het verrichten van slibtransporten tussen rioolwaterzuiveringsinstallatie. De onderaannemer die door de winnende inschrijving zou worden ingezet, zou enkel worden ingezet om in geval van een calamiteit te kunnen voldoen aan de eisen die gesteld waren aan de opdracht. De verliezende inschrijver stelde dat de onderaannemer door inschrijver werd ingezet om te kunnen voldoen aan de minimumeisen en dat inschrijver bij inschrijving aan had moeten geven dat hij gebruik zou maken van deze onderaannemer. Volgens deze verliezende inschrijver betrof het derhalve een minimumeis.
De winnende inschrijver had op het moment van inschrijving nog geen overeenkomst met de onderaannemer. De aanbesteder stelde dan ook dat er sprake was van een uitvoeringseis, waaraan pas tijdens de uitvoering van de opdracht voldaan moet worden.
Aanbestedingsdocument leidend
De rechter gaf snel duiding: de eisen die betrekking hadden op de wijze waarop met calamiteiten moest worden omgegaan hadden, mede gezien de wijze waarop de opdracht in de leidraad was toegelicht, het karakter van uitvoeringseisen. De inschrijver hoefde derhalve bij inschrijving nog niet te beschikken over een onderaannemer die ‘alleen wordt ingezet om […] binnen de gegarandeerde tijd van 45 minuten een begin te kunnen maken met het opvangen en wegpompen van het vrijgekomen rioolwater’.
Duiding voor duidelijkheid inkoper
Het is van belang om duidelijk te hebben hoe een onderaannemer wordt ingezet door een inschrijver om als inkoper duidelijk zicht te hebben op de bij inschrijving vereiste documenten. Daarnaast kan er met die kennis beter beoordeeld worden of de inschrijving of inschrijver voldoet aan de gestelde eisen.
Indien er namelijk sprake is van geschiktheidseisen of minimumeisen en er wordt gebruik gemaakt van een onderaannemer omdat de inschrijver anders niet (zelfstandig) kan inschrijven, dan dient de inschrijver al over de middelen of kwaliteiten van deze onderaannemer te kunnen beschikken op het moment van inschrijving. Op deze onderaannemer mogen dan ook geen uitsluitingsgronden van toepassing zijn en ook dient er voor of door deze onderaannemer een Uniform Europees Aanbestedingsdocument te worden ingediend.
Als er sprake is van uitvoeringseisen of een onderaannemer wordt (mede) ingezet voor de uitvoering van de opdracht, dan is het van belang dat de inschrijver over de middelen of kwaliteiten van deze onderaannemer kan beschikken in de uitvoeringsfase van de opdracht. Dat betekent dat bij de inschrijver bij inschrijving zelf al aan alle eisen voldoet en op het moment inschrijving nog niet hoeft te beschikken over een onderaannemer.