Voor aanbesteders is het fijn als voldoende kwalitatief goede en scherp geprijsde inschrijvingen binnenkomen. De prijs moet echter ook niet té scherp zijn, want dan is het maar de vraag of de inschrijver de opdracht kan realiseren zoals de aanbesteder dit voor ogen heeft. Hoe bepaal je of een inschrijving abnormaal laag geprijsd is? En wie bepaalt dat? In een recent arrest ging het Europese Hof hier nader op in en gaf handvatten over wanneer een inschrijving als abnormaal laag kan worden aangemerkt.
De aanbesteding
De viceminister van Binnenlandse Zaken van de Republiek Bulgarije had een niet-openbare aanbesteding in de markt gezet voor de planning, ontwikkeling en het beheer van een systeem voor de afgifte van Bulgaarse identiteitsdocumenten. De als tweede geëindigde inschrijver maakte bezwaar tegen de gunning en stapte naar de rechter. Uiteindelijk werd aan het Europese Hof gevraagd om handvatten te bieden voor een te lage inschrijving, om zo te kunnen beoordelen of sprake is van een abnormaal lage inschrijving conform het Unierecht ofwel de Europese verdragen, richtlijnen en beginselen.
Het Unierecht
Het Unierecht beschikt niet over een definitie van een abnormaal lage inschrijving. De Europese Richtlijnen inzake overheidsopdrachten bevatten slechts enkele kaders hiervoor. Het Hof heeft meerdere keren geoordeeld, zoals in het Data Medical Service-arrest, dat het aan de lidstaten is om een methode vast te stellen voor de berekening van een drempelwaarde waaronder een aanbesteding als abnormaal laag wordt gezien. De aanbesteder moet dus zelf een methode toepassen om te bepalen of sprake is van een te lage inschrijving. Volgens het Hof is het de taak van de aanbesteder om vermoedelijke onregelmatige inschrijvingen vast te stellen. De aanbesteder moet zelf bepalen wat een redelijke prijs is voor de prestatie die hij aan de inschrijver vraagt. Hierbij moet rekening gehouden worden met alle factoren die de prijs beïnvloeden, zoals de ingecalculeerde risico’s in de inschrijving. Door zelf tot een redelijke prijsbepaling te komen kan de aanbesteder nagaan of de door de inschrijvers geoffeerde prijzen in verhouding staan met de te leveren prestatie.
Alle gegevens van de aanbesteding
Het kan echter niet zo zijn dat de aanzienlijke afwijking van andere inschrijvingen het enige criterium is. In eerste instantie kan dit gebruikt worden om ongeregeldheden op te sporen, maar onderzoek van alle gegevens van de aanbesteding en het bestek moeten de aanbesteder in staat kunnen stellen wanneer sprake is van een onregelmatige inschrijving. De aanbesteder mag zich hierbij baseren op de nationale regels voor de identificatie hiervan.
Omstandigheden van het geval
Indien dus het vermoeden rijst dat sprake is van een abnormaal lage inschrijving, moet de aanbesteder nagaan of hier sprake van is. Hierbij moeten alle relevante gegevens van de aanbesteding en het bestek in acht worden genomen. Het aantal ingediende inschrijvingen maakt hierbij geen verschil. Of sprake is van een abnormaal lage inschrijving, ligt dus aan de concrete omstandigheden van het geval. Dus als het vermoeden rijst dat sprake is van een abnormaal lage inschrijving, dan kan het beste een toelichting gevraagd worden op de voorgestelde prijs of kosten van de inschrijving, om zo vast te stellen of dit in lijn staat met het verwachtingspatroon van de opdracht. Daarnaast kan de deskundigheid van een onafhankelijke kostendeskundige ook soelaas bieden.