Sinds de coronacrisis is het aantal reizigers in het openbaar vervoer gedaald. Het CBS-berichtte eind maart dat het aantal reizigers op een kleine 12% lag ten opzichte van pre-corona. En hoewel het openbaar vervoer inmiddels weer toegankelijk is voor iedereen, blijven de reizigersaantallen ver achter bij de periode vòòr maart. Omdat sinds de Wet Personenvervoer 2000 de financiering van het openbaar vervoer mede afhankelijk is van de kaartverkoop (waaronder de OV-chipkaart) leidt dit tot een aanzienlijke daling van de inkomsten voor de openbaarvervoerbedrijven.
Hoewel de Rijksoverheid op dit moment nog onderhandelt met de sector via brancheorganisatie OV-NL over een compensatie voor gemiste inkomsten, is het interessant om te zien wat de onzekerheid rondom de reizigersaantallen teweegbrengt voor aankomende aanbestedingen.
Fraude komt misschien wel goed uit
De eerste keer dat het publiek daar iets over meekreeg was de publicatie van onderzoeksplatform Follow the Money op 23 mei jl. over frauduleuze zogenaamde ‘side letters’ in de aanbesteding voor de concessie IJssel-Vecht. De provincies Overijssel, Gelderland en Flevoland zijn bij deze aanbesteding opdrachtgever, waarbij eerstgenoemde als penvoerder optreedt.
Kort samengevat was een belangrijk gunningscriterium in de genoemde aanbesteding de zekerheid van tijdige levering van grote aantallen elektrische bussen. Dit moest worden aangetoond door de contracten met de leverancier van de bussen in te dienen met daarin garanties over levertijden en technische kenmerken van de betreffende bussen. Keolis deed dit, maar het bedrijf had daarnaast ook geheime overeenkomsten waarin de gegeven garanties werden ontkend. Hierdoor werden de ingediende stukken ontkracht. De ‘side letters’ kennen we nog van de jaarrekeningenfraude van Ahold.
Nadat de fraude bekend werd volgde de ultieme sanctie: het gunningsbesluit werd (acht maanden na gunning) door de provincies ingetrokken. Keolis-topman Frank Janssen betitelde deze sanctie als “kapitaalvernietiging”, maar deze sanctie zou vanuit corona-perspectief wel eens gunstig voor Keolis kunnen uitvallen.
Rijden er straks nog bussen?
De implementaties van OV-concessies duren doorgaans maanden. Hoe kan in dit geval de OV-dienstverlening gecontinueerd worden, wanneer de huidige concessies in de deelgebieden Midden-Overijssel en Veluwe per december 2020 verlopen? Deze concessies kunnen namelijk niet meer rechtmatig verlengd worden.
Zo is het maar de vraag of andere marktpartijen hier interesse in hebben: hoewel in de mislukte aanbesteding Arriva, Connexxion en EBS – en daarmee bijna de gehele markt – ook meedongen zullen zij met de gewijzigde marktomstandigheden hun bod vermoedelijk niet handhaven. Daarmee is de situatie wezenlijk anders dan in 2006, toen de aanbesteding van openbaar vervoer in Brabant mislukte en de markt gezamenlijk voor continuïteit zorgde. Bij de aanbesteding van het openbaar vervoer in Limburg in 2015, waar Abellio fraudeerde, was slechts één andere (geldige) inschrijving, waardoor de provincie daar gemakkelijk aan de enige andere partij kon gunnen.
Mede vanwege de vermoedde beperkte interesse hebben de provincies de intentie een noodconcessie te verlenen (ironisch genoeg aan Keolis), zodat de continuïteit voor passagiers gewaarborgd blijft. Heraanbesteden is noodzakelijk, maar wordt naar achteren geschoven omdat ook juridische procedures worden verwacht van (alle) betrokken partijen.
Meer aanbestedingen vertraagd
Vorige week werd bekend dat Gedeputeerde Staten Zuid-Holland de aanbesteding voor concessie Zuid-Holland Noord, een gebied van Katwijk tot en met Gouda en nog iets verder, voor onbepaalde tijd heeft uitgesteld. Ook hier spelen de marktomstandigheden een rol. Deze concessie verloopt in december 2022 en is al maximaal verlengd.
Eerder kondigde de Vervoerregio Amsterdam al aan dat de reeds lopende aanbesteding voor de concessie Zaanstreek-Waterland wordt opgeschort, omdat zij verwacht geen goede biedingen te krijgen door de huidige marktomstandigheden. Daar is ook al maximaal verlengd, maar is de Vervoerregio toch in gesprek met de huidige vervoerders gegaan om de tussenperiode mogelijk te overbruggen.
Kijken we naar de concessiekaart van het CROW, dan zijn er nog een paar concessies die in de nabije toekomst verlopen, waaronder in 2022 Arnhem-Nijmegen en West-Brabant. Ook hier zullen de aanbestedende diensten een afweging moeten maken hoe reëel het is om goede biedingen te ontvangen. Zolang de gesprekken tussen Rijksoverheid en OV-NL nog niet tot een uitkomst hebben geleid, lijkt uitstel dus onontkoombaar.